‘Uit welk land kom jij?’ De vrouw met Afrikaanse roots naast me kijkt me vragend aan met haar donkere ogen. Ze heeft meteen door dat ik hier de vreemde eend in de bijt ben. Mijn bedoeling om deze infosessie zo onopvallend mogelijk bij te wonen, is duidelijk mislukt. Ik had nochtans een plaatsje gezocht ergens achteraan in het klaslokaal, maar na mij kwamen nog zoveel mensen binnen dat ik geleidelijkaan helemaal omringd werd en me nu te midden van de groep bevind als een illegale indringer. Ik beken dat ik gewoon uit België kom. Ze fronst haar wenkbrauwen en wijst naar het digibord waarop de titel van deze infosessie geprojecteerd staat: ‘Zorgopleiding voor anderstaligen.’
Sinds vorig jaar is dit mijn werkplek, een centrum voor volwassenenonderwijs. Naast cursussen als Spaans, Fotobewerking, Snit en Naad, Smartphone/iPad en Italiaans koken is er ook Nederlands voor anderstaligen. Mensen uit alle uithoeken van de wereld zitten hier samen op de schoolbanken, gebogen over dezelfde boeken. Samen proberen ze het verschil te snappen tussen ‘hebben’ en ‘zijn’, tussen ‘jij’ en ‘jou’, tussen ‘waar’ en ‘waarom’… Het zijn lessen die ze volgen in het kader van hun inburgering. Wie nog een stapje verder wil zetten in de integratie, kan deze taallessen meteen combineren met een beroepsopleiding. Er zijn veel mogelijkheden maar het is allemaal nieuw en veel. Ook voor mij. Om onze werking van binnenuit te leren kennen, volg ik af en toe een infosessie mee zodat ik zelf alles leer over het ruime aanbod. Dat probeer ik nu dus uit te leggen aan mijn buurvrouw in basis-Nederlands: dat ik hier nog niet lang werk en nog veel moet leren over onze cursussen. Toch vermoed ik dat ze het niet helemaal begrijpt. Ze beantwoordt me met een beminnelijke glimlach, waarna we samen in stilte luisteren naar de uitleg over het verloop van de opleiding.
De toelichting wordt helemaal in het Nederlands gegeven, in eenvoudige woorden die vaak verduidelijkt worden met foto’s. Ik volg aandachtig mee en probeer me in te beelden dat ik dit in het Arabisch zou moeten volgen. Op de PowerPoint verschijnt nu links een foto van een peuter en rechts een foto van een oude man in een rolstoel. Deze slide gaat over de mogelijkheid om te werken met kinderen of met oudere mensen. Toch is deze cursus zoveel meer dan een kwestie van woordenschat. Er gaat veel aandacht naar de impact van cultuurverschillen. Wie als huishoudhulp wil werken, moet bijvoorbeeld weten dat hij wel eens varkensvlees zal moeten klaarmaken, ook al eet hij dat zelf niet, of een glas porto inschenken, ook al drinkt hij zelf niet. Iemand die in een ziekenhuis wil werken, moet dan weer weten hoe onze ziekenhuizen georganiseerd zijn. In tegenstelling tot hoe dit is in het geboorteland van veel cursisten, moet de familie van de patiënten hier geen eten meebrengen, maar is dat inbegrepen in de behandeling. Ik luister met grote oren naar al die triviale zaken die voor misverstanden kunnen zorgen, waar ik nog nooit een seconde over had nagedacht.
In de pauze verlaat iedereen het klaslokaal. Ook de andere lessen hebben pauze. De inkomhal vult zich met een kleurrijk pallet mannen en vrouwen, mensen met allerlei achtergronden, mensen met vooropleidingen of diploma’s die hier niet erkend worden, huismoeders die nog nooit school hebben moeten volgen en jongeren die al vele jaren op de vlucht zijn en nog geen school hebben kunnen volgen. Nieuwkomers uit Oekraïne, Roemenië, Afghanistan, Rusland, Ethiopië, Polen… Ze staan naast elkaar aan te schuiven bij de bar en proberen in het Nederlands een koffie te bestellen, anderen begeven zich naar buiten om een luchtje te scheppen of samen een sigaret te roken.
Na de pauze houd ik toezicht bij een oefentest Nederlands. Ook al slagen de cursisten hier in ons centrum voor hun examen, toch moeten anderstaligen nog een online test van de overheid afleggen vóór ze hun inburgeringsattest kunnen halen. Voor velen is dat geen evidentie. Niet eens omdat ze niet genoeg woorden kennen, maar vooral omdat ze niet gewend zijn om met een computer te werken. Bij deze oefentest mag ik hen enkel helpen met problemen van praktische of technische aard. De eerste vraag op het scherm toont een getekend ventje dat in een tekstballon zegt: ‘Ik voel mij ziek, wat moet ik doen?’ De mogelijke antwoorden hebben de cursisten in de les geleerd: ‘Ik moet rusten.’, ‘Ik ga naar de dokter.’, ‘Ik neem medicijnen.’ Een jonge vrouw wenkt mij. Ik zag zojuist hoe ze letter per letter in volle concentratie een zinnetje typte, maar nu zit ze vast: ze weet niet hoe ze een nieuwe regel kan starten. Ik wil haar de Enter-toets tonen, maar ben ineens wat verward als ik haar antwoord lees. Ze merkt mijn reactie op en kijkt angstig terug van mij naar het scherm om te zien wat er fout is. Er staat: ‘Ik drink pils.’ Ik wijs het laatste woord aan en vraag: ‘Pils?’
‘Ja,’ zegt ze, ‘medicine?’ Ik kan een lach niet onderdrukken, maar realiseer me direct daarna hoe complex het allemaal toch is.
Als je erover nadenkt, is taal een ongelooflijk ingewikkelde code. Wie de code niet ontcijfert, raakt niet binnen. Zo simpel is het. Het is hun dagelijkse realiteit en een dagelijkse strijd. Ook al ben je van goede wil en wil je koppig die nieuwe taal blijven uitproberen, uiteindelijk is het alsof je moet lopen met schoenen die niet passen of een jas moet dichtknopen met dikke handschoenen aan. Alles verloopt stroef, ongemakkelijk, en je moet je meermaals bedwingen om die handschoenen en te kleine schoenen niet door de kamer te kegelen. Sommige cursisten hier worden wel eens ongeduldig en kregelig als je hen niet begrijpt, anderen zijn dankbaar als je geduldig blijft, traag spreekt en écht luistert tot je hen begrijpt. Hier werken is soms een rollercoaster van onmacht, frustratie en onbegrip. Maar dan zijn er ook van die momenten, wanneer je iemand hebt geholpen met de administratieve rompslomp -gewoon maar om te kunnen inschrijven- en die persoon nog even blijft staan nadat je hem zijn inschrijvingsdocumenten gaf en hij jou dan recht in de ogen kijkt en zegt: ‘Dank je wel, mevrouw. Ik ben echt blij dat ik hier les mag volgen.’
Ontdek meer van Vleermuys
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Prachtig chapeau Iris 👍
LikeGeliked door 1 persoon
Ik hoop dat heel veel mensen dit lezen Iris.
Niet oordelen eerst inleven.
LikeGeliked door 1 persoon
Alweer heel mooi geschreven!
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi Iris,is heel indrukwekkend om dit mee te maken,doet je eens nadenken hoe moeilijk dit moet zijn voor al die mensen,top geschreven ‘
LikeGeliked door 1 persoon
Weer een empatisch pareltje.
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi ja het moet erg zijn als je in een ander land gedumpt wordt ende taal niet kent
Proficiat met je tekst,opi
LikeGeliked door 1 persoon
Moet wel moeilijk zijn om een totaal andere taal te leren begrijpen en te spreken! En dan nog schrijven ook. Een klas vol mensen van goede wil:)
Een mooie werkplek!
LikeGeliked door 1 persoon
mooi Iris, hoe je probeert duidelijk te maken hoe moeilijk en complex het is om in een andere cultuur en een andere taal thuis te komen. ik probeer er aan bij te dragen door in Arhus deel te nemen aan KLAP. zo krijgen ze ook de kans om Nederlands te oefenen buiten de klas. het is niet enkel voor hen een kans maar ook voor mij een ongelofelijke en boeiende ervaring.
LikeGeliked door 1 persoon