Graf

in memoriam aan mijn moeder

‘Hij moet eruit!’ zegt mijn moeder, ‘als ik sterf, wil ik gecremeerd worden en dan moet pa ook uit die put.’ Het is niet dat mijn moeder stervende is, voor alle duidelijkheid. Haar enige mankement is haar fysieke conditie waardoor ze niet meer voor anderen kan zorgen, zoals ze al haar hele leven doet, maar de rollen nu omgekeerd zijn. Verbaal heeft ze geen beperkingen. Integendeel. Ze overziet alles, helderder dan ooit en spreekt klare taal. Dat ze er over enkele jaren niet meer zal zijn, zegt ze, waarna ze van haar koffie nipt, het kopje neerzet en mij een koekje aanbiedt. Meestal spreken we haar tegen als ze daarover begint, dat het nog niet voor direct is, dat ze daar nu nog niet over moet nadenken… Vandaag zeg ik niets, maar sla het koekje af.

Ik kijk haar alleen maar aan en vraag me af hoe dat moet voelen als je je zo bewust bent van het feit dat je er over enkele jaren niet meer zal zijn. Op een bepaalde leeftijd is dat een evidentie. Iets waar je niet omheen kan. Zoals je op een trein zit in de wetenschap dat er maar één station meer is, het eindstation. Het is alleen maar fair dat je dan zelf mag beslissen welk eindstation dat zal worden, en dat zal geen put in de grond zijn als het van mijn moeder afhangt: ‘Ik wil verstrooid worden, zoals tante Maria, op het gras in open lucht.’ Ik weet waarom ze het zegt. Zelfs na haar dood, wil ze ons niet tot last zijn. Ze wil ons de vrijheid geven te rouwen waar en wanneer we willen. Ik snap het wel, maar toch moet ik wennen aan de idee een soort van zwerver te worden op het kerkhof, een dakloze rouwer.

Een paar dagen later sta ik bij het graf van mijn vader. Al meer dan twintig jaar ligt hij hier begraven. Ook al kom ik hier niet vaak, toch is het ergens een houvast, die plaats waar ik hem bijna letterlijk ontmoet en hij mij. De plek van waaruit hij naar ons opkijkt, van waaruit hij ziet hoe ons leven verder kabbelt, hoe wij ouder worden, hoe zijn kleinkinderen elk jaar een paar centimeter zijn gegroeid, hoe ze in het begin nog kinderlijke vragen stelden over de dood, en hoe ze nu te oud zijn om nog mee te komen. De plek van waaruit hij misschien wel opmerkt hoe we soms struggelen met ons leven, hoe we ons druk maken over futiliteiten, hoe we ons laten meeslepen door de dagelijkse hectiek en te weinig stilstaan bij de essentie, bij waar het echt om draait, omdat we het spoor bijster zijn. Tot we hier dan even stilstaan en we omringd door die allesoverheersende doodse stilte beseffen dat we niets kunnen meepakken in ons graf, dat niets materieels nog van nut zal zijn, dat niets écht van waarde is.

Niets, behalve de mensen die hier af en toe eens blijven staan, de indrukken die je bij hen hebt nagelaten, de ervaringen die je met hen hebt gedeeld en de herinneringen waar ze graag nog aan terugdenken. Die blijven, zelfs zonder grafzerk, zonder naamletters en zonder bloemen.


Ontdek meer van Vleermuys

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

10 gedachten over “Graf”

  1. word er best stil van … misschien wel door het knappe schrijven van deze begin november traditie,
    gisteren de film”COCO” nog gezien … aanrader , ook al is het een kinderfilm

    Geliked door 1 persoon

  2. Tis inderdaad de herineringen die bij de gene blijven die hier nog zijn daar moet je het mee doen Ze komen niet terug

    Geliked door 1 persoon

  3. Heel mooi geschreven, Iris…de dood blijft een essentie in ons leven en hoe we hiermee omgaan is heel persoonlijk… Respect voor wat iemand voor ons betekent en betekend heeft is zo waardevol, ongeacht waar, wanneer en hoe je je dicht bij deze geliefde voelt…het blijft een troostende gedachte…

    Geliked door 1 persoon

Laat hier een reactie na